Transcribed

A Wet Adventure in Amsterdam

Nov 29, 2023 · 15m 26s
A Wet Adventure in Amsterdam
Chapters

01 · Main Story

1m 42s

02 · Vocabulary Words

12m 10s

Description

Fluent Fiction - Dutch: A Wet Adventure in Amsterdam Find the full episode transcript, vocabulary words, and more: https://www.fluentfiction.org/a-wet-adventure-in-amsterdam/ Story Transcript: Nl: Op een heldere dag in Amsterdam, in een...

show more
Fluent Fiction - Dutch: A Wet Adventure in Amsterdam
Find the full episode transcript, vocabulary words, and more:
fluentfiction.org/a-wet-adventure-in-amsterdam

Story Transcript:

Nl: Op een heldere dag in Amsterdam, in een straat vol met bakstenen huizen, was Lars met zijn fiets onderweg.
En: On a clear day in Amsterdam, in a street full of brick houses, Lars was on his way with his bike.

Nl: Lars, een lange man met rode krullen, was blij.
En: Lars, a tall man with red curls, was happy.

Nl: De lucht was blauw.
En: The sky was blue.

Nl: De zon was aan het schijnen.
En: The sun was shining.

Nl: Zijn gezicht voelde warm aan.
En: His face felt warm.

Nl: De baan was druk.
En: The road was busy.

Nl: Er was veel lawaai.
En: There was a lot of noise.

Nl: Trams rammelden op de rails.
En: Trams rattled on the tracks.

Nl: Auto's toeterden.
En: Cars honked.

Nl: Mensen praatten en lachten.
En: People talked and laughed.

Nl: Ook Emma was daar.
En: Emma was there too.

Nl: Emma was een blond meisje.
En: Emma was a blonde girl.

Nl: Ze lachte graag.
En: She liked to laugh.

Nl: Iedereen hield van haar lach.
En: Everyone loved her laugh.

Nl: Ze had een persoonlijkheid dat je niet kon negeren.
En: She had a personality that you couldn't ignore.

Nl: Plotseling, zag Lars een tram aankomen.
En: Suddenly, Lars saw a tram coming.

Nl: De tram was groot.
En: The tram was big.

Nl: De tram was snel.
En: The tram was fast.

Nl: Lars was bang om nat te worden.
En: Lars was afraid of getting wet.

Nl: Hij wilde niet vies worden.
En: He didn't want to get dirty.

Nl: Dus wat deed hij?
En: So what did he do?

Nl: Hij stuurde zijn fiets naar links.
En: He steered his bike to the left.

Nl: Maar de gracht was daar!
En: But the canal was there!

Nl: Plons!
En: Splash!

Nl: Lars zat in het water.
En: Lars was in the water.

Nl: Zijn fiets en hij, helemaal nat.
En: His bike and he, completely wet.

Nl: Hij hoestte en zwaaide met zijn armen.
En: he coughed and waved his arms.

Nl: Hij keek heel erg verbaasd.
En: He looked very surprised.

Nl: Emma, die alles zag, begon te lachen.
En: Emma, who saw everything, started laughing.

Nl: Haar ogen werden groot.
En: Her eyes got big.

Nl: Ze wees en lachte nog harder.
En: She pointed and laughed even harder.

Nl: Ze kon niet stoppen.
En: She couldn't stop.

Nl: Anderen keken ook.
En: Others looked too.

Nl: Ze schrokken eerst.
En: They were initially shocked.

Nl: Maar toen zagen ze Lars.
En: But then they saw Lars.

Nl: Ze begonnen ook te lachen.
En: They also started laughing.

Nl: Het was een heel grappig gezicht.
En: It was a very funny sight.

Nl: Lars klauterde uit het water.
En: Lars climbed out of the water.

Nl: Hij zag eruit als een natte kat.
En: He looked like a wet cat.

Nl: Zijn fiets lag nog in de gracht.
En: His bike was still in the canal.

Nl: Maar, hij was veilig.
En: But, he was safe.

Nl: Zijn hart klopte hard.
En: His heart was beating fast.

Nl: Maar hij was niet boos.
En: But he wasn't angry.

Nl: Emma kwam dichterbij.
En: Emma came closer.

Nl: Ze lachte nog steeds.
En: She was still laughing.

Nl: Maar ze hielp Lars ook.
En: But she also helped Lars.

Nl: Ze gaf hem een handdoek.
En: She gave him a towel.

Nl: Ze zei: "Dankzij jou was vandaag heel leuk!
En: She said, "Thanks to you, today was really fun!"

Nl: "Lars lachte ook.
En: Lars laughed too.

Nl: Hij voelde zich goed.
En: He felt good.

Nl: Hij was nat, ja.
En: He was wet, yes.

Nl: Maar hij had mensen blij gemaak.
En: But he had made people happy.

Nl: Hij had Emma blij gemaakt.
En: He had made Emma happy.

Nl: En dat voelde goed.
En: And that felt good.

Nl: Dus de dag eindigde goed.
En: So the day ended well.

Nl: Iedereen ging naar huis met een lach.
En: Everyone went home with a smile.

Nl: Lars was nat.
En: Lars was wet.

Nl: Emma was blij.
En: Emma was happy.

Nl: En Amsterdam, ja, Amsterdam was zoals altijd.
En: And Amsterdam, yes, Amsterdam was as always.

Nl: Mooi, druk en vol met leven.
En: Beautiful, busy and full of life.

Nl: Het was echt een vrolijke dag.
En: It was truly a joyful day.

Nl: Niemand zou het snel vergeten.
En: No one would forget it quickly.


Vocabulary Words:
  • On: Op een
  • a: een
  • clear: heldere
  • day: dag
  • in: in
  • Amsterdam: Amsterdam
  • street: straat
  • full: vol
  • of: met
  • brick: bakstenen
  • houses: huizen
  • Lars: Lars
  • was: was
  • on: met
  • his: zijn
  • way: fiets
  • with: onderweg
  • bike: fiets
  • tall: lange
  • man: man
  • red: rode
  • curls: krullen
  • happy: blij
  • sky: lucht
  • blue: blauw
  • sun: zon
  • shining: aan het schijnen
  • face: gezicht
  • felt: voelde
  • warm: warm aan
show less
Information
Author FluentFiction.org
Organization Kameron Kilchrist
Website www.fluentfiction.org
Tags

Looks like you don't have any active episode

Browse Spreaker Catalogue to discover great new content

Current

Podcast Cover

Looks like you don't have any episodes in your queue

Browse Spreaker Catalogue to discover great new content

Next Up

Episode Cover Episode Cover

It's so quiet here...

Time to discover new episodes!

Discover
Your Library
Search